Door jonge ervaringen kan je geleerd hebben om jezelf onzichtbaar te maken. In je huidige leven herken je dit misschien aan onzekerheid, moeite hebben met vriendschappen, jezelf op de achtergrond houden, niet in het openbaar durven spreken etc. met de gedachte dat het gewoon je karakter is.
Maar als jij niet gezien of gehoord bent of er was geen veilige thuissituatie, dan heb je al jong geleerd je stil te houden en kunnen er overtuigingen zijn ontstaan ‘er wordt toch niet naar me geluisterd’ of ‘als ik stil ben dan ben ik veilig’ en betrek je dit onbewust op jezelf, het ligt aan jou. Je bent misschien zelfs je adem gaan inhouden en doe je dat onbewust nog steeds. Zo kan er een patroon zijn ontstaan die je wellicht niet direct relateert aan je jeugd omdat het zo diep verscholen ligt.
Dit onzichtbaar maken kan je in je latere leven ook gaan voelen in de buitenwereld. Bijvoorbeeld op je werk, of voor grote groepen. Deze situaties voelen heel onveilig. En door het gevoel van onveiligheid houd jij jezelf het liefst op de achtergrond. En hoewel je eigenlijk in je hart heel graag gezien wilt worden, word je dit juist niet, wat jouw gevoel van ‘ik ben niet goed/lief genoeg’ alleen maar bevestigd. Ik kom hier zelf ook vandaan…
Het pad naar heling is om je patroon te gaan herkennen en te erkennen wat er in je leven is gebeurd. Vingers wijzen heeft geen enkele zin (ook je ouders komen ergens vandaan) want alleen jij bent verantwoordelijk voor jouw eigen heling.